Wettelijke regels binnenvisserij
De (sport)visserij is geregeld in de Visserijwet 1963. De belangrijkste wettelijke regels worden hier beschreven.

Schriftelijke toestemming (Visvergunning)
Om in het binnenwater te mogen vissen heeft elke hengelaar een schriftelijke toestemming nodig van degene die het visrecht heeft op het water waar men wil vissen. Die visrechthebbende is in de meeste gevallen een hengelsportvereniging of federatie die visrecht heeft gehuurd voor de leden en deze visrechten via een vergunning beschikbaar stelt. De VISpas en de daarbij behorende Lijst(en) van Viswateren vormen samen de vergunning, waarmee u kunt vissen in de wateren die in de lijst(en) staan vermeld.

Gesloten tijd aassoorten
Van 1 april tot de laatste zaterdag in mei geldt een verbod voor sommige aassoorten. Er mag in die periode niet gevist worden met: slachtprodukten, een dood visje of een stukje vis (ongeacht hoe groot), alle soorten kunstaas met uitzondering van kunstvliegen kleiner dan 2,5 cm. Voor het IJsselmeer geldt dit verbod tot 1 juli.

Let op:voor een aantal wateren in deze lijst geldt een langere gesloten tijd. Dit staat bij de betreffende federaties en/of wateren vermeld.

Gesloten tijd vissoorten
Voor een aantal vissoorten bestaat een gesloten tijd. Vangt u zo’n vis in die periode, dan moet u hem met de grootst mogelijke zorg behandelen en levend en onbeschadigd direct in hetzelfde water terugzetten.

Vissoort Gesloten tijd
Snoek 1 maart tot de laatste zaterdag in mei
Barbeel 1 april t/m 31 mei
Snoekbaars en baars 1 april tot de laatste zaterdag in mei
Beekforel 1 oktober t/m 31 maart
Zeeforel, zalm, elft, fint, kwabaal, serpeling, sneep, vlagzalm, zeeprik & meerval het gehele jaar

 

Let op:voor een aantal wateren in deze lijst geldt een langere gesloten tijd. Dit staat bij de betreffende federaties en/of wateren vermeld.

Minimummaten vissoorten
Vangt u een vis kleiner dan de minimummaat voor deze soort, dan moet u hem direct in hetzelfde water terugzetten.

 

Vissoort Minimummaat Vissoort Minimummaat
Baars 22 cm Beekridder 25 cm
Barbeel 30 cm Forel* 25 cm
Bot 20 cm Riet-/ruisvoorn 15 cm
Kopvoorn 30 cm Sneep 30 cm
Serpeling 15 cm Snoekbaars 42 cm
Snoek 45 cm Winde 30 cm
Vlagzalm 35 cm Zeelt 25 cm

 

* bron- beek- en regenboogforel

Voor aal of paling, zalm en zeeforel geldt een terugzetplicht.

Let op:voor een aantal wateren in deze lijst geldt een langere gesloten tijd. Dit staat bij de betreffende federaties en/of wateren vermeld.

Beschermde vissoorten

In de Flora- en Faunawet is een aantal vissoorten opgenomen waarop u niet mag vissen. Het betreft de volgende soorten:
gestippelde alver – beekprik – bermpje – bittervoorn – elrits – houting – meerval – grote modderkruiper – kleine modderkruiper – rivierdonderpad – rivierprik – steur.

Meeneemverbod graskarper

Graskarper moet vanwege zijn speciale functie altijd worden teruggezet. Deze vissoort wordt uitgezet om overtollige plantengroei in het water te beteugelen.

Verbod gebruik levend aas
Het is verboden voor het vissen als aas gewervelde dieren te gebruiken (o.a. levende vissen, amfibieƫn, reptielen, vogels of zoogdieren). Vissen met maden, wormen, muggenlarven e.d. is wel toegestaan.